Vijf opdrachten voor het katholiek basisonderwijs in Vlaanderen

  • Een schooleigen christelijke identiteit.
  • Een geïntegreerd onderwijsinhoudelijk aanbod.
  • Een stimulerend opvoedingsklimaat en een doeltreffende didactische aanpak.
  • De ontplooiing van ieder kind, vanuit een brede zorg.
  • De school als gemeenschap en organisatie.

1 – Een schooleigen christelijke identiteit

Wie zijn wij?

Christelijk mens- en wereldbeeld: uniciteit en verbondenheid.

De eigenheid van onze school is onlosmakelijk verbonden met de complexiteit van de wereld. Vanuit dat ene gebod “Heb uw naaste lief als uzelf” streven wij naar een wereld van vrede en gerechtigheid, zonder onze uniciteit uit het oog te verliezen.

Dialoogschool: diversiteit en eigenheid.

Open staan voor andere culturen, ruimte bieden om elkaar eerlijk te ontmoeten en diversiteit als verrijkend beschouwen, willen we waar maken in dialoog met elkaar. Binnen deze diversiteit bewaken wij onze eigenheid, onze uniciteit.

Elke leerling is uniek: beloftevol in zijn talenten, kwetsbaar in zijn beperkingen.

Door respectvol om te gaan met elke unieke leerling worden kansen geboden om de talenten te ontwikkelen. Het (h)erkennen van de beperkingen van elke leerling biedt kansen om deze beperkingen te overstijgen. We streven ernaar om innerlijke verdeeldheid richting te geven opdat voor het goede gekozen wordt.

Jezus is ons voorbeeld om waarden vast te leggen in de groei naar volwassenheid. Dit mag niet betekenen dat wij kinderen beschouwen als kleine volwassenen maar als groeiende unieke leerling die we een basis voor het leven willen meegeven. Daarom zijn wij in de eerste plaats basisonderwijs.

Ondersteuning op vlak van opvoeding en onderwijs.

Kinderen opvoeden is een complex geheel. Wij zijn een unieke school en streven ernaar om ons schooleigen project waar te maken. Onze school is een gemeenschap, een dorp in de complexe wereld, niet de wereld in ons dorp. Directie en leerkrachten sturen het project,
de gezinscontext heeft een invloed op de realisatie van het project. De school kiest niet voor het gezin, het gezin kiest voor de school en haar project.

Als onderwijsinstelling gaan we uit van de eigenheid van elke leerling die in relatie met anderen een gemeenschap vormt. Wij willen de wereld in ons onderwijsveld brengen en ons onderwijs afstemmen op de wereld. Ons christelijk dynamisme wil zich richten tot dat Andere, God. Bemin uw naaste zoals uzelf willen we vorm geven in geboden en verboden die zullen leiden tot de concretisering van naastenliefde.

Opvoeding en vooral onderwijs gelooft in de groeikracht van onze leerlingen. Alle kansen dienen benut te worden om elk kind tot ontplooiing te laten komen. Het nodige geduld zal hiervoor opgebracht worden.

DOEL: wereld van vrede en gerechtigheid => het Rijk Gods.
ROL: respect, geloof in groeikracht en geduld.
DIMENSIES: zichzelf, anderen, gemeenschap, wereld, het Andere: God.

2 – Geïntegreerd onderwijsinhoudelijk aanbod.

Hoe zijn wij?

Teamaangelegenheid:

  • Harmonische ontwikkeling: onderwijs op maat.
  • Eigenaar van het leren: eigen tempo.
  • Geloof in mogelijkheden: gids die de weg wijst.
  • Keuzes maken: differentiatie.
  • Samenwerken en communicatie: coöperatieve werkvormen.
  • Participeren: motiveren.

Het onderwijsinhoudelijk aanbod is voor ons een teamaangelegenheid. De beperktheid van onze school mag geen weerspiegeling vinden in ons onderwijsaanbod. Elk lid van het team is het team zelf en kan daardoor optimaal deelnemen aan de realisatie van het aanbod.

Het aanbod respecteert de horizontale en verticale samenhang. We willen verbanden leggen en een leerlijn uittekenen die deze samenhang garanderen. Het doel van ons aanbod is zelfredzaamheid bevorderen, het “worden” is belangrijker dan het “zijn”. Groeien of groeikansen geven is belangrijker dan volgroeid zijn. We leggen de basis om een leven lang te leren. Ons aanbod mag nooit eindig zijn. Verwondering kan tot leerhonger leiden waardoor individuele ontplooiing een optimale kans krijgt. Het denken, in de ruimste betekenis van het woord, willen we door middel van dialoog verrijken.

Het ordenen van de complexe werkelijkheid resulteert in vakken en enkel de optimale samenhang kan leiden tot integratie van het geleerde. Weten, inzien, toepassen en integreren (prof. De Block) zijn vier kennisniveaus waarbij we willen inzetten op het hoogste niveau: integratie.

3 – Stimulerend opvoedingsklimaat, doeltreffende didactische aanpak.

Waarom willen we zo zijn?

Een positief leerklimaat zorgt voor een veilige leeromgeving. Het ontwikkelingstempo dat door talenten en beperkingen gestuurd wordt, maakt van de leerling een unieke leerling. Een warm relationeel klimaat zorgt voor verbondenheid met zichzelf, de anderen en de groep. Een realistische inschatting van het ontwikkeltempo zorgt voor leerwinst.

De ontwikkelingskracht van het team en de leerlingen willen we herkennen, stimuleren, faciliteren en vergroten. Zo worden leerlingen eigenaar van hun leren, leerkrachten eigenaar van hun leerdoelen. We streven naar een grote betrokkenheid die zich uit in:

  • Een positief leerklimaat
  • Veiligheid
  • Respect voor het eigen ontwikkelingstempo
  • Oog voor talenten en beperkingen
  • Een warm relationeel klimaat
  • Een realistische inschatting

Leren is een door ons didactisch gestuurd proces waarbij fouten maken aangezien wordt als een onderdeel van dat proces. Het leerpad wordt aangestuurd door de ambitie.

Wij waken over de haalbaarheid en de systematische opbouw van deze ambitie met het oog op een zo hoog mogelijk rendement. Dit rendement wordt bepaald door de leerstrategieën. Evalueren is een reflectie op het leren. Het voorleefgedrag van de leer-kracht vinden we terug in onze team-kracht. Het aanwenden van de expertise zorgt voor een krachtige leeromgeving die leidt tot leersucces.

ZILL: Zin in leren, Zin in leven => LEERSUCCES (eigenaar van het leren).

4 – Een brede zorg.

Wat doen we?

KNELPUNTEN om deze visie vast te leggen:
Zorgvisie: implementatie M-decreet.
Input – context: van CIPO naar ROK
De huidige zorgvisie wordt overschaduwd door het Maatregelen Decreet. De overgangsperiode van drie jaar zal in acht genomen worden en geeft ons de tijd om ons te professionaliseren en te laten begeleiden. We zien in het M-decreet nieuwe kansen om een brede leer- en leefomgeving te creëren.

Context en input in het huidig gehanteerde C.I.P.O. model zullen overgaan in het R.O.K. model dat zal openstaan voor het proces waardoor de output beter begrepen kan worden. Hierdoor zal de impact van de zorgvisie op deze modellen voor (school)eigen kansen zorgen. Een brede leer- en leefomgeving opent perspectieven naar een netwerk dat vanuit het team vertrekt en over samenwerken met andere scholen naar externe partners reikt.

Onzekerheid over modellen en overgang kan ons zwak en kwetsbaar maken.

  • Diversiteit is een rijkdom.
  • Uitdaging zorgt voor een harmonische ontplooiing.
  • Een krachtige leeromgeving wordt bepaald door:
    Houding, het pedagogisch handelen
    Ideeën die verrijkend zijn vqn de leraar
    Manier van werken, het didactisch handelen
  • Acties naar specifieke onderwijsbehoeften.
  • Expertise aanwenden, klasoverschrijdend werken, uitwisselen.
  • Nieuwe kansen geven = nieuwe toekomst. Permanente evaluatie.

Onze brede zorg wil diversiteit als een rijkdom beschouwen, de uitdaging als een harmonische ontplooiing. Een krachtige leeromgeving wordt bepaald door de houding, de ideeën en de manier van werken van de leerkracht. De socio-economische en culturele achtergrond is vaak oorzaak van het missen van groeikansen.

De breedte van onze zorg willen wij terugvinden in een rijk leerklimaat (ik – jij – wij), in werkelijkheidsnabij en betekenisvol benaderen van leerinhoud. Onze verwachtingen worden getoetst aan leerwinst door evaluatie.

Tegenover een leerbedreigd kind met beperkingen zullen specifieke onderwijsbehoeften staan. Nieuwe kansen bieden opent een nieuwe toekomst. Door permanente evaluatie kunnen specifieke onderwijsbehoeften bijgestuurd worden.

5 – Gemeenschap en organisatie

Op welke niveaus werken wij?

Pedagogisch:
  • Kinderen tot ‘zillig’ leren brengen.
  • Groeikracht
Structureel:
  • Leiderschap
  • Doelgericht
  • Verantwoording
  • Samenwerken – communiceren
  • Reflecteren – bijsturen
  • Vernieuwen
  • Professionaliseren
  • Vorming van leerlingen: zich goed voelen (zin in leven).

Als gemeenschap hebben wij de kernopdracht aanvaard om kinderen tot leren te brengen. Het opvoedingsproject wil het aanvaarden, aanmoedigen en bevestigen van leerlingen aanwenden om de groeikracht te bevorderen. Hierdoor kunnen we tegemoetkomen aan onze kernopdracht. De cirkel is rond.

De hiërarchische structuur van onze gemeenschap vraagt doelgericht te werken waardoor het beleidsvoerend vermogen optimaal efficiënt wordt.

Doelgericht en op een verantwoorde manier werken aan professionalisering zal de vorming van leerlingen ten goede komen.

Een sterk leiderschap ligt aan de basis van de goede werking binnen de gemeenschap. Dit leiderschap bestaat uit schoolbestuur en schoolleiding. Het uit zich in een sterk team.